Belastingaftrek voor monumenten blijft bestaan

Lang zag het er naar uit dat de monumentenaftrek met ingang van 2017 zou worden afgeschaft. De behandeling van wet waarin dat geregeld zou worden, is aangehouden. Zowel vanuit de Tweede Kamer als vanuit de wereld van de monumentenpanden was er veel kritiek op de plannen. Die stemmen hebben weerklank gevonden.

In 2017 blijft daarmee de bestaande fiscale aftrekmogelijkheid voor onderhoud van monumentenpanden in tact. Wel zal worden bekeken hoe de oorspronkelijk voorgestelde subsidieregeling – die de aftrek moest vervangen – anders kan worden ingevuld.
De minister zelf denkt vooralsnog aan verhoging van de maximaal te subsidiëren kosten naar € 15.000 en ook aan de mogelijkheid om een aanvraag over twee jaar in te dienen. Dan bedragen de maximaal te subsidiëren kosten € 30.000, zodat ook grotere onderhoudskosten kunnen worden meegenomen. Vervolgens heeft de minister ook al de suggestie gedaan om het subsidiepercentage te verhogen van 25% naar 35% van de onderhoudskosten, bij een drempel van € 2.000 per twee jaar. Op die manier wordt de subsidie ook bereikbaar voor eigenaren die klein onderhoud uitvoeren.

Praktische zaken rond vrijstelling schenking voor eigen woning

Vanaf 1 januari 2017 geldt de verruimde schenkingsvrijstelling in verband met de eigen woning weer. De vrijstelling bedraagt € 100.000 en mag ook gebruikt worden door anderen dan familieleden. Wel moet degene die de schenking ontvangt, of diens partner tussen de 18 en 40 jaar zijn. Nieuw ten opzichte van een eerdere periode waarin de schenkingsvrijstelling gold, is dat de schenking over drie kalenderjaren kan worden uitgesmeerd.

De schenking moet in beginsel onvoorwaardelijk zijn. Dat wil zeggen dat de schenker de schenking niet kan herroepen. Hierop is wel een uitzondering mogelijk. De schenker kan namelijk bepalen dat de schenking vervalt, als deze niet tijdig is besteed aan de eigen woning.

De besteding van het vrijgestelde bedrag aan de eigen woning moet uiterlijk 31 december van het derde kalenderjaar afgerond zijn. Dit moet aangetoond kunnen worden met schriftelijke stukken. Het bijhouden van een map met (bouw)nota’s, bonnen van bouwmarkten en andere betalingsbewijzen is om die reden van groot belang. Overigens hoeft niet in alle gevallen de volledige €100.000 aan de eigen woning te worden besteed. Bij schenkingen aan kinderen tussen 18 en 40 jaar is het vrij besteedbare bedrag €25.526 (2017). Voor anderen dan kinderen is dit € 2.129 (2017).

Vermoeden van schending boekhoud- en publicatieplicht niet zomaar bewezen

Schending van de boekhoud- en publicatieplicht door uw BV kan een belangrijke oorzaak zijn voor een eventueel optredend faillissement. Kan, het hoeft niet. Toch zal de curator bij vermoeden daarvan u al snel aanspreken op nalatigheid, waarmee sprake is van een onbehoorlijke taakvervulling. Gelukkig gaat de rechter niet mee in elk oordeel van de curator. Dat bleek onlangs in een zaak voor de rechtbank Overijssel.

De vraag in die zaak was wat het gewicht van de te late deponering van de jaarcijfers is op het ontstaan van het faillissement. Het ging maar om enkele dagen overschrijding, volgens de rechtbank een onbelangrijk verzuim. Dat leidt niet tot een onbehoorlijke taakvervulling. De overschrijding was bovendien het gevolg van een onwillige mede-aandeelhouder die de stukken niet tijdig wilde ondertekenen. Dat op zichzelf is niet voldoende om de overige aandeelhouders te vrijwaren van onbehoorlijke taakvervulling.
Vervolgens werd de vraag relevant of de te late deponering (mede) de oorzaak was van het faillissement. Gelet op de andere redenen voor het faillissement achtte de rechtbank dat niet het geval. De curator stelde onder meer dat het ontbreken van tussentijdse balansen en een aantal bankafschriften niet zou voldoen aan de aan een boekhouding te stellen eisen. De gegevens waren blijkbaar wel voldoende voor de accountant om de jaarcijfers op te stellen. De curator bleef op dit punt achter met lege handen.

Rest de vraag of de schuldenlast zodanig is opgelopen dat een redelijk denkende bestuurder anders zou hebben gehandeld in geval van teruglopende of achterblijvende inkomsten. Om dat te kunnen beoordelen zijn ook gegevens over de uitgaven nodig. Die bleken steekhoudend.
Al met al was daarmee de claim van de curator kansloos.

Wilt u meer weten over de boekhoud- en publicatieplicht of andere risico’s op onbehoorlijk bestuur? Bel ons voor het maken van een afspraak.

Wel of niet verrekenen bij huwelijkse voorwaarden?

Bij het maken van huwelijkse voorwaarden houden echtgenoten vaak hun vermogens gescheiden. Maar daarnaast worden vaak zogenaamde verrekenbedingen opgenomen. Meestal gaat het dan om een periodiek – jaarlijks – verrekenbeding waarbij de echtgenoten hun overgespaarde inkomsten delen. Heel vaak wordt er ook een finaal verrekenbeding opgenomen waarbij de echtgenoten afspreken bij het einde van het huwelijk – door echtscheiding en/of door overlijden – net te doen alsof ze in gemeenschap van goederen waren gehuwd, waardoor hun vermogens moeten worden gedeeld.

Onlangs moest de rechtbank Noord-Nederland oordelen over een geschil tussen een stel dat in echtscheiding was verwikkeld. In de huwelijksvoorwaarden van het stel was zowel een periodiek verrekenbeding opgenomen als een (beperkt) finaal verrekenbeding. Het finale verrekenbeding moet in geval van echtscheiding werken een gaat specifiek over enkele goederen. De onderneming van de man is expliciet uitgezonderd, de waarde daarvan hoeft niet verrekend te worden. Het periodieke verrekenen hebben de echtgenoten nooit gedaan, net als bijna alle andere mensen die een periodieke verrekenafspraak in hun huwelijksvoorwaarden hebben staan.

Omdat er tijdens het huwelijk nooit inkomsten zijn verrekend, vindt de vrouw dat de inkomsten zijn opgepot in het bedrijf van haar man. Om die reden eist zij dat bij de finale verrekening ook de waarde van het bedrijf van de man wordt verrekend.

De rechter oordeelt dat volgens de Hoge Raad, Nederlands hoogste rechtscollege, het finale verrekenbeding het periodieke verrekenbeding normaal gesproken opslokt. Maar omdat dit echtpaar een beperkte finale verrekening heeft afgesproken, in plaats van een verrekening alsof er gemeenschap van goederen was, moet in dit geval het (niet uitgevoerde) periodieke en het finaal verrekenbeding naast elkaar worden uitgevoerd.

Heeft u ooit huwelijkse voorwaarden gemaakt en de verrekening niet uitgevoerd? U kunt uw akte eens laten nakijken, en de verrekening laten vaststellen en eventueel de huwelijkse voorwaarden wijzigen. U voorkomt dan procedures zoals de echtgenoten in dit verhaal. Wij lichten u graag voor.

Tarieven en vrijstellingen voor erfbelasting & schenkbelasting 2017

Als u een erfenis krijgt, is de kans groot dat u erfbelasting moet betalen. Maar alleen als
het bedrag van de erfenis hoger is dan uw vrijstelling. Klik op onderstaande link voor meer informatie:
Tarieven en vrijstellingen voor erfbelasting & schenkbelasting 2017

Belastingaftrek voor monumenten blijft bestaan

Lang zag het er naar uit dat de monumentenaftrek met ingang van 2017 zou worden afgeschaft. De behandeling van wet waarin dat geregeld zou worden, is aangehouden. Zowel vanuit de Tweede Kamer als vanuit de wereld van de monumentenpanden was er veel kritiek op de plannen. Die stemmen hebben weerklank gevonden.

In 2017 blijft daarmee de bestaande fiscale aftrekmogelijkheid voor onderhoud van monumentenpanden in tact. Wel zal worden bekeken hoe de oorspronkelijk voorgestelde subsidieregeling – die de aftrek moest vervangen – anders kan worden ingevuld.
De minister zelf denkt vooralsnog aan verhoging van de maximaal te subsidiëren kosten naar € 15.000 en ook aan de mogelijkheid om een aanvraag over twee jaar in te dienen. Dan bedragen de maximaal te subsidiëren kosten € 30.000, zodat ook grotere onderhoudskosten kunnen worden meegenomen. Vervolgens heeft de minister ook al de suggestie gedaan om het subsidiepercentage te verhogen van 25% naar 35% van de onderhoudskosten, bij een drempel van € 2.000 per twee jaar. Op die manier wordt de subsidie ook bereikbaar voor eigenaren die klein onderhoud uitvoeren.

Grote vrijstelling voor aankoop eigen woning weer terug in 2017

 

De Eerste en de Tweede Kamer hebben ingestemd met het Belastingplan 2017. Dit betekent dat onder andere de vrijstellingen en tarieven voor de erf- en schenkbelasting 2017 zijn vastgesteld. In het oog springt de grote vrijstelling van € 100.000 voor personen tussen de 18 en 40 jaar die de schenking gebruiken voor de aankoop van de eigen woning.

De nieuwe regeling is ruim, waardoor de schenking niet alleen aan kinderen maar aan iedereen tussen de 18 en 40 jaar gedaan kan worden, dus bijvoorbeeld ook aan andere familieleden, vrienden, kennissen of buren.

Uitgangspunt van de regeling is het once-in-a-lifetime principe. De vrijstelling mag niet meer gebruikt worden als voor 2017 al eerder gebruik is gemaakt van de regeling.

Er zijn uitzonderingen, vastgelegd in het overgangsrecht, maar alleen voor kinderen die in 2015 of 2016 gebruik hebben gemaakt van een verhoogde vrijstelling, of alleen vóór 2010 gebruik hebben gemaakt van de eenmalig verhoogde gewone vrijstelling.

Het overgangsrecht geldt voor 2017 en 2018. De schenking kan over die twee jaren worden gespreid. De gewone toepassing van de structureel verhoogde vrijstelling kan vanaf 2017 over drie opeenvolgende kalenderjaren worden gespreid.

Iedereen die tussen 2010 en 2014 een verhoogde vrijstelling gebruikte, kan dus geen gebruik maken van de regeling per 2017. Zij hadden in de periode van 1 oktober 2013 t/m 31 december 2014 eenmalig de kans om gebruik te maken van de tijdelijke vrijstelling van € 100.000. Alleen voor degenen voor wie het overgangsrecht geldt ligt dat anders. Ondanks dat zij ook in 2013 en 2014 de tijdelijke vrijstelling hadden kunnen benutten, krijgen ze nog een nieuwe kans om aan te vullen.

Wilt u meer weten over de mogelijkheden om deze nieuwe vrijstelling te benutten? Neemt u dan gerust contact op met ons kantoor.